‘Gemeenten moeten meer doen om burgers met dreigende schulden te bereiken.’ Op 28 februari bracht de Nationale ombudsman Reinier van Zutphen zijn rapport uit over vroegsignalering van schulden door gemeenten. Zijn boodschap is helder: gemeenten moeten meer inspanningen leveren om burgers met dreigende schulden te bereiken. Walter Baars, adviseur gemeenten bij NSR (Nederlandse Schuldhulproute), vindt dat de ombudsman de vinger precies op de zere plek legt.
“In zijn rapport ‘Hoe eerder, hoe beter’ legt de ombudsman precies bloot waar we in Nederland nog hard mee aan de slag moeten. Het duurt gemiddeld vijf(!) jaar voordat iemand met schulden zelf bij zijn of haar gemeente aanklopt voor hulp. En dat heeft grote gevolgen. Wat vaak als een ‘kleine’ schuld begint, loopt in die tijd op tot een gemiddelde schuld van € 40.000 per persoon”, vertelt Baars. Hij ziet in het contact met de gemeenten dat er grote winst te behalen valt als het gaat om vroegsignalering: “Gemeenten kunnen burgers met betalingsachterstanden eerder helpen.”
Preventieve aanpak met Geldfit
De wil is er vaak wel, maar hoe krijg je burgers met betalingsachterstanden vroegtijdig in beeld? Samenwerken is volgens Baars het sleutelwoord. “Met Geldfit focust NSR op huishoudens die een ‘risico op schulden’ hebben. Daarnaast zit de kracht van Geldfit hem in een gezamenlijke aanpak: werkgevers, banken, verzekeraars, energieleveranciers, belastingdienst, schuldeisers, andere organisaties én gemeenten wijzen huishoudens continue op Geldfit om meer grip op hun geld te krijgen.” Met de gratis test op geldfit.nl bereikte Geldfit in 2023 in totaal 500.000 mensen, waarvan maar liefst 2/3 geen grote achterstanden heeft!
Aansluiten bij leefwereld burger
In het rapport heeft de ombudsman een aanbeveling voor gemeenten: sluit je communicatie beter aan bij de leefwereld van de burger. Dat vergroot volgens Van Zutphen de kans op persoonlijk contact: “Vroegsignalering biedt gemeenten de mogelijkheid om écht in gesprek te gaan met burgers en te luisteren naar hun verhaal. Zo kunnen ze de hulp bieden waar zoveel huishoudens behoefte aan hebben.”
Die aanbeveling onderschrijft Baars van harte: “Samen met onze partners doen we met onder meer campagnes in het voor- en najaar veel ervaring op wat wel en niet werkt in de communicatie. We monitoren en testen met onze marketingexperts voortdurend welke boodschap het beste aankomt en welke uitingen aanslaan.”
Luisterend oor
“En het blijft niet alleen bij het zenden van een boodschap”, vervolgt Baars. “Met een diversiteit aan kanalen (social media, website en een gratis telefoonnummer/chat) biedt Geldfit een luisterend oor. Belteammedewerkers zijn getraind om te luisteren, goed door te vragen en stress-sensitief te communiceren.” Naast social media, website, telefoon en chat is er ook een groeiend aantal laagdrempelige inloopspreekuren namens gemeenten, die in een grote behoefte blijkt te voorzien.
Kennis delen door samenwerking
Aan het einde van zijn rapport vermeld de ombudsman dat de aanpak per gemeente verschilt en dat er te weinig kennis met elkaar wordt gedeeld. Dat is een terechte constatering, vindt Baars. Hij erkent dat ook NSR in het delen van kennis binnen de samenwerking met partners nog stappen te zetten heeft. “Kennisdeling over dit thema blijkt niet eenvoudig in de praktijk, omdat je met zoveel verschillende partners te maken hebt die allemaal een rol kunnen hebben richting een individu. Dat vraagt een andere benadering. Laten we met elkaar de mens centraal stellen en van daaruit samenwerken aan (preventieve) hulp.” Dat begint volgens hem bij een betere lokale samenwerking tussen vrijwilligersorganisaties, professionele hulp en lokale toeleiders. Daarnaast is een goede afstemming tussen het belteam van Geldfit, adviseurs en gemeenten van essentieel belang.